Geschiedenis Maranatha kerkgebouw
Geschiedenis Maranatha kerkgebouw
VoorgeschiedenisDe Maranathakerk is in 1954 gebouwd als kerkge bouw van de Gereformeerde Kerk in Haaksbergen. Deze kerkelijke gemeente is op 10 juli 1899 gevormd op initiatief van enkele inwoners van Haaksbergen. Onder hen de heer A.J.P. ten Hoopen, textielfabrikant in Haaksbergen. Hij liet een kerkgebouw aan de Zee dijk oprichten, dat ook wel ‘het kerkje van Ten Hoo pen’ genoemd werd. De kerk werd in 1899 gebouwd en in dienst gesteld. Het was tot 1954 in gebruik. Rond 1950 bleek dat het gebouw te klein en bouw vallig geworden was en Ds. A. de Korte, voorzitter van de kerkenraad, zette zich in als ‘bouwpastoor’ voor een nieuwe kerk. Deze kerk met pastorie zou ge bouwd worden aan de Enschedese straat. Maranatha kerkgebouwDe Maranathakerk is ontworpen door architect J. Schuitemaker, gebouwd door aannemer Zeevalk, en op 29 oktober 1954 in gebruik genomen. Een schets ontwerp van de bouwmeester dateert van mei 1952. Het gebouw is een zaalkerk (een eenbeukige kerk met een rechthoekige plattegrond): een in de Gere formeerde kerkbouw gangbaar kerktype. Zoals dik wijls bij een gereformeerde kerk ontbreekt een to ren. Via de ingang in de korte voorgevel aan de Enschede sestraat treedt men het gebouw binnen. Men komt dan eerst in een garderoberuimte, die in verbinding staat met de eigenlijke kerkruimte. Boven deze 1Een segmentboog is een boog die de vorm heeft van een cirkelsegment garderobe bevindt zich een orgeltribune. Vervolgens betreedt men de eigenlijke kerkruimte. Het voornaamste element van de Protestantse in richting, de kansel, stond tot 1973 midden tegen de tegenovergelegen blinde achtermuur. In dat jaar is hij verplaatst naar een positie kort voor de lange rechter muur. De preekstoel heeft een architectonisch ac cent gekregen door de nis, die erachter in de muur is uitgespaard. Deze nis heeft - evenals de vensters en de overdekking - een segment boogvorm1. Dit type boog is in de architectuur van na de Tweede Wereldoorlog dikwijls toegepast, behalve in de ka tholieke kerkbouw. Na de eeuwwisseling is de kerkinrichting veranderd naar de oorspronkelijke kijkrichting, waarbij de preekstoel weer voor de achtermuur geplaatst werd. Het interieur is gedeeltelijk uitgevoerd in schoon (of: niet gepleisterd) metselwerk: het onderste gedeelte van de muren en een groot deel van de achtermuur. Het overige gedeelte van de bakstenen is gepleisterd. De in het zicht komende bakstenen zijn binnenwerks geel. Buitenwerks, waar zij dunner zijn, hebben zij een donkerrode kleur. Ondanks het feit dat bijna uit sluitend traditionele bouwmaterialen zijn toegepast, vinden wij er ook moderne materialen (de stalen raamkozijnen). Segmentboog De overdekking van het inwendige bestaat uit een plafond van hardboard. Dit plafond rust op dunne houten kapbalken van segmentboogvorm, die op hun beurt gesteund worden door muurstijlen (stijlen te gen een muur), die aanzetten op zware kraagblokken (in het muurvlak bevestigde, dragende blokken). Muurstijlen en kraagblokken zijn ook van hout. De ge bruikelijke korbelen (schuine schoorbalken) tussen de muurstijlen en de kapbalk ontbreken in dit geval. De spatkrachten (krachten ten gevolge van het 36 uitwijken) van de kapconstructie worden buiten werks opgevangen door steunberen (muurverzwarin gen, die meestal ver uitsteken). Deze hebben echter de dikte van forse lisenen (weinig uitstekende muur verzwaringen). Bijzonderheden: Deze kerk is een goed voorbeeld van Wederopbouwstijl. Zij is buitenwerks opgetrokken van fraaie handvormsteen en heeft een interessante entreepartij, die een mooi geheel vormt met de naastgelegen pastorie. Het interieur van de kerk is zeer sober. De naam ‘Maranatha’ is in witte smeedij zeren letters op de muur bevestigd. In dezelfde stijl is een wit smeedijzeren Hugenotenkruis op het hoogste punt van de voorgevel geplaatst. Dit was een ge schenk van de aannemer die de kerk bouwde. | ||
terug | ||