De kerk te Haaksbergen

De mini-shovel rijdt de kerk in voor het breekwerk...
De kerk te Haaksbergen

Het interieur van de Hervormde kerk te Haaksbergen.

(In de maanden juli en augustus is de kerk iedere woensdagmorgen van 10-12 uur  open voor bezichtiging en rondleiding.).

Lange tijd was de inrichting van de kerk uitgevoerd in donker hout en achtereenvolgens bruin, grijs en groen schilderwerk. De banken stonden op zand. In de periode van oktober 2008 tot en met maart 2009 is de hervormde kerk ingrijpende opnieuw ingericht en is er gekozen voor de huidige lichte kleuren. Er werd een nieuwe vloer met vloerverwarming ingelegd, waarbij de aan de lichtgrijze vlakken te zien is waar oorspronkelijk de kerkbanken gestaan hebben.
De gemeente koos voor een opstelling in het zogenaamde ellips- of communio model. Bij dit model is afgezien van een liturgisch centrum vooraan in de kerk, waar avondmaalstafel en lezenaar naast elkaar staan, ofwel een lezenaar op de avondmaalstafel geplaatst is. In het gekozen model staan lezenaar en tafel als in een ellips tegenover elkaar en de gemeente zit aan de lange zijden van de ellips eveneens tegenover elkaar. De ruimte daartussen is leeg.
Dat is een bewuste keuze vanuit de volgende gedachte:
De gemeente viert de liturgie (de zondagse en door-de-weekse diensten) in deze kerk, ze zoekt op deze plek de ontmoeting met God. Maar dat de gemeente zoekt, wil niet als vanzelf zeggen dat die ontmoeting daadwerkelijk ook plaats zal vinden. Al in het Oude Testament wordt duidelijk dat God zelf zich een plaats zoekt om tot de mensen te spreken. (Zie bijvoorbeeld het verhaal van de roeping van Mozes uit Exodus 3, 'de brandende braamstruik'). De gemeente die de liturgie viert kan dat dan ook niet anders dan in de hoop dat God zal spreken, biddend "kom Heilige Geest". De middenruimte in de kerk is daarom leeg, uitdrukking van de hoop dat God die ruimte sprekend zal vullen en zo ons hart kan open gaan.

In het ellips- dan wel communiomodel staan lezenaar en tafel tegenover elkaar - als twee brandpunten in de viering van de dienst. Daardoor is de aandacht van de gemeenteleden in de dienst niet op één punt gericht (de preekstoel en de daarbij staande avondmaalstafel) - er zijn er immers twee. Een tweede aspect daarbij is dat de afstand tussen voorganger en gemeente is opgeheven. Stond de voorganger (-ster) eerder op het liturgisch centrum cq. op de preekstoel, nu staat deze zowel achter de lezenaar als achter de avondmaalstafel te midden van de gemeente.

Deze opstelling richt de aandacht ook op het feit dat de eredienst geen eenrichtingsverkeer is van alleen de voorganger. Het is beweeglijker, anderen spelen voluit hun "rol" in de eredienst mee: de cantorij, de diakenen etc.

 

Overzicht over de kerkzaal. op de voorgrond de avondmaalstafel. Midden-boven de (smalle) lezenaar. Zicht op de avondmaalstafel vanaf de lezenaar. Het doopvont. De historisch interessante steen bevindt zich binnen de glazen kubus.

 

De avondmaalstafel staat in deze opstelling niet voor niets aan de kant van de deur: een van de aspecten van de viering van het avondmaal is dat de gemeente rond de tafel leert delen. En wat daar op die plek geleerd is, mag buiten de deur van de kerk in praktijk gebracht worden.
Dat brengt ons bij het derde aspect van de opstelling - en dat heeft alles te maken met manier waarop wij gemeente willen zijn: de zondagse eredienst is, als je dat beeld van de ellips gebruikt, te zien als een trektocht, de gemeente is gemeente als "Gods volk onderweg".
In de manier van vieren zit daarom allerlei beweeglijkheid, van het moment af dat we binnenkomen, via de lezenaar, naar de tafel en vervolgens weer de wereld in.

Bij de herinrichting is er voor het eerst ook een doopvont in de kerk geplaatst. Een doopschaal en doopkan, uit het einde van de 17e eeuw waren er al , maar deze schaal stond eerder los op de avondmaals tafel en werd bij de bediening van de doop door de ouderling in de hand ge-houden.
De doopvont bestaat uit een glazen kubus, aan twee kanten open, waarin een steen is geplaatst. Deze steen werd in 1963 toevallig bij een opgraving in de kerkentuin gevonden en na onderzoek door de toenmalige Momentenzorg werd geconcludeerd dat het mogelijk de voet van een 13e eeuws doopbekken is. Het bekken zelf is verloren gegaan. Op de steen is aan de linkervoorkant nog duidelijk een zittende figuur waarvan de armen op de bovenbenen rusten. Ook aan de rechterkant, maar veel onduidelijker zijn nog de contouren van een figuur te onderscheiden.
Door deze steen te combineren met de doopschaal uit het einde van de 17eeuw werd een doopvont gecreëerd waarin de geschiedenis van eeuwen samenkomt.

De herinrichting stond onder leiding van Reinier Witteveen, architect te Oegstgeest, die eerder ook de Titus Brandsmagedachteniskerk in Nijmegen heeft ingericht en vond plaats in opdracht van het college van kerkrentmeesters van de (toen nog hervormde) gemeente Haaksbergen-Buurse.
 

terug