sacramentszilver
sacramentszilver
Het doop- en avondmaalszilver In de kerkenraadsvergadering van 30 juni 1698 maakte dominee Van Heeckeren bekend dat Catharina Lansinck, geboren te Haaksbergen en gehuwd geweest met Gijsbert Hartogh, onderkoopman bij de Verenigde Oost-Indische Compagnie te Batavia, een "vrijwillige gifte" wilde doen aan de Gereformeerde Kerke tot Oxbergen bij Grolle in Overysel", groot "vijfhonderd Rixdlrs". Voor dit bedrag moesten de "Wijse en voorsienige seer discrete Heeren" een "silveren lampet met groote silveren schotel tot gebruick van het kinderdoopen en vier à vijf tot het bedienen van het Heilig Avontmaal" laten maken, ter nagedachtenis aan haar en haar man. Direct werd een bedankbrief teruggezonden voor deze "seer liberale gifte" en dominee Van Heeckeren kreeg de opdracht om het zilver te bestellen. Het werd gemaakt door Magnus Lucassen, zilversmid in Deventer. Dit zilver werk is nog steeds in gebruik. Het bestaat uit een grote eenvoudige schotel, een prachtig gevormde wijnkan en twee gladde bekers voor gebruik bij het Avondmaal. Verder een sierlijke kan en een grote schotel voor het dopen en twee schotels voor het armengeld. Alles is voorzien van inscripties. Het opschrift op één van de twee gladde bekers luidt: "Vergaept U niet op silver en op gout: ![]() Wordt gij en Leeraars noyt van hout. O droeve staet' als Kristnen hout zijn Schoons Bekers van het fijnste gout zijn." De avondmaalstafel wordt gedekt met een damastlinnen kleed. Dat is wel van recentere datum! | ||
terug | ||