Tolerantie
07 mei 2023 Tolerantie
Wanneer je het over tolerantie wilt hebben, zul je moeten uitleggen, wat je daaronder verstaat.

Joachim Gauck begint met de Latijnse oorsprong van het woord: tolerare = uithouden, dulden, volhouden. Dit betekent de vaardigheid en de bereidwilligheid om de ander in zijn en haar anders zijn, te accepteren en te dulden. Daarmee wil je ook zien dat er differentie is, dus dat je je van elkaar onderscheidt; en hiermee een keur aan ‘levens’ -mogelijkheden bestaat.

De discussie die wordt gevoerd rondom gendervraagstukken laat zien, welke bereidwilligheid voorhanden is. Je kunt tandenknarsend met de ander rekening houden, maar het kan ook een stap van politiek vernuft zijn, om dat te doen. En het heeft met de werkelijkheid te maken die er is.

Tolerantie laat de ander leven, zonder tolerantie had de mensheid zichzelf al vaker in hevige strijd gestort en anderen vermoord. Tolerantie is juist dan nodig, wanneer mij de ander stoort. Als de ander mij in zijn anders-zijn niet treft of raakt, is tolerantie niet aan de orde. Tolerantie is dus niet: Jeder soll nach seiner eigener Fasson selig werden, want hierin schuilt een zich niet bemoeien met, dus geen samenhang met een ander, er schuilt een onverschilligheid in, een niet-verbondenheid met de ander.

Tolerantie vraagt iets van ons, het is een onrechtmatig verlangen iets te dulden wat ik zelf niet goed vind en of maar voor een deel goed kan vinden.
Zo is tolerantie ook een beslissing van je wil. En een overwinning van jezelf, omdat je geïrriteerd bent of gestoord wordt door de ander.
Tolerantie, stelt Gauck, is in zoverre een onderdeel van civilisatie. Een houding die de mens heeft verworven en geoefend.
Tolerantie kan vanuit een hiërarchische verhouding geëist worden. Het kan ook een onderdeel zijn van een relatie op gelijke voet. Daarmee is bepaald welke inspanning nodig is om tolerant te kunnen en te moeten zijn.
Wordt vervolgd. ds. Wiebke Heeren
terug